Waarom we tandpastareclames toch geloven, tot vreugde van de fabrikanten
04-02-2015

Welke tandpasta staat er bij jou in de badkamer? De ‘nummer 1 tandpasta in Europa’, de ‘eerste keus van tandartsen’ of de ‘meest gebruikte tandpasta door tandartsen zelf’?

Tandpastamerk Sensodyne - ‘de eerste keus van tandartsen bij gevoelige tanden’ - groeit sterk, zo staat in het laatste jaarverslag van fabrikant GlaxoSmithKline, dat vandaag de jaarcijfers bekend maakt. De omzet uit mondverzorgingsproducten van GSK stijgt al jaren.

En misschien wel door deze irritante (?) reclame:

Toch geloof je er vaak toch wat van. Waarom eigenlijk? Drie redenen.

1. De witte jas
Iemand in een witte jas - of paarse, zoals mondhygiëniste Renate Kuijs in de Sensodyne-reclame hierboven - zegt dat het werkt. Dat zal dan wel kloppen, toch?

“Een witte jas straalt deskundigheid en autoriteit uit”, zegt Margot van Mulken hoogleraar Communicatie- en informatiewetenschappen. Wie er in die jas zit, maakt dan niet echt uit. Van Mulken: “In de meeste tandpastareclames zie je geen tandarts, maar een assistent of een mondhygiënist. Of zelfs een bekende Nederlander.”

En deze man in die witte jas, is dat nou een tandarts? Meewerken aan een reclame is een beslissing van een tandarts zelf. Maar het komt ‘zeer beperkt voor’, aldus een woordvoerder van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT): “Wat voor de ene patiënt werkt hoeft immers voor de andere niet te werken. De ene mond is echt de andere niet.”

2. Behoefte én oplossing
Tandpasta is gemaakt om schoon te maken, maar we willen meer: wittere tanden, minder gevoelig ook, een lekker ruikende adem. “Via de reclames wordt de behoefte gecreëerd én wordt gelijk een oplossing geboden”, zegt Cor van Loveren, bijzonder hoogleraar Preventieve Tandheelkunde bij Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), die onderzoek doet naar de claims van verschillende tandpasta’s.

Wittere tanden krijg je bijvoorbeeld door een tandpasta die het laagje gekleurde aanslag op je tanden aanpakt. Maar wist je dat er ook tandpasta bestaat met actief blauw schuim? Van Loveren:
“Dat bevat een blauwe kleurstof. Door het weerkaatsen van iets meer blauw licht zien je tanden er witter uit.”

Er bestaat zelfs een speciale variant van het product voor mannen. Stralend.

Lees ook: Hoe Listerine een ziekte verzon om mondwater te verkopen

3. Claimen wat er te claimen valt
Een claim kun je aandikken - ‘altijd een stralender gebit’ - of juist afzwakken - ‘in de meeste gevallen wittere tanden’. Tandpastafabrikanten kiezen massaal voor de eerste optie. Niet zo gek, zegt communicatiewetenschapper Jos Hornikx:

“De fabrikant gaat uit van zijn eigen krachten. In Amerika zorgt het wel eens voor rechtszaken, maar de Nederlandse consument vindt het juist gek als de boodschap wordt afgezwakt.”

Bij de Reclame Code Commissie zijn in totaal zeven uitspraken bekend na klachten over een tandpastareclame, waarvan één door het gebrek aan wetenschappelijk bewijs. En, zo zegt Van Loveren, een tandpastafabrikant zal niet snel een eigenschap claimen die niet klopt. “Daar houdt de markt elkaar voldoende voor in de gaten.”

Maar al die nummers 1 onder tandartsen dan? Van Loveren: “Volgens mij is dat voornamelijk bluf. Mij is nooit wat gevraagd.”
Bron: NRCQ, 04-02-2015


Hoe Listerine een ziekte verzon om mondwater te verkopen
15-07-2014

Zonder twee geniale marketeers hadden we het misschien wel nooit gedaan: onze mond spoelen met een middel dat ooit een ontsmettingsmiddel voor chirurgen was. Listerine, een goedje dat vroeger in gedestilleerde vorm werd verkocht als vloerreiniger en als medicijn tegen gonorroe, zoals Stephen Levitt en Stephen Dubner schrijven in hun bestseller Freakonomics.

Listerine is de onbetwiste marktleider van de mondwaters. Vandaag presenteert het moederbedrijf Johnson & Johnson zijn halfjaarcijfers.

J&J gaf in 2012 56 miljoen dollar uit om het mondwater Listerine te promoten. Het bedrijf heeft maar voor drie andere merken (Neutrogena, Aveeno en Zyrtec) een groter marketingbudget.

De laatste marketingactie van Listerine: een serie tweets rondom het WK voetbal in Brazilië. Bij elke wedstrijd speelde het bedrijf in op het belang van een frisse mondreuk met de hashtag #PowerToYourMouth.

Hoe Listerine mensen massaal aan de mondspoeling kreeg
Farmaceut Gerard Lambert had in 1920 een probleem. Het ontsmettingsmiddel Listerine dat hij produceerde, was buiten de medische wereld maar moeilijk aan de man te brengen.

Dat we massaal gorgelen hebben we te danken aan marketinggenieën Milton Feasley en Gordon Seagrove. Jonah Sachs schrijft in zijn boek Winning the Story Wars over een brainstormsessie van Lambert met die twee.

“Bad breath was suggested, and when a chemist confirmed that Listerine would in fact work on “halitosis” they were intrigued”. None of them had heard the word before but it sounded scary in a good, medical kind of way.”

Nooit een bruid
Een gelikte campagne volgde.

In talloze advertenties werden knappe, goedgeklede mensen getoond. De tragische helden en heldinnen van de campagnes hadden telkens bijna alles wat ze wilden. Het enige wat hun succes nog in de weg kon staan, moest wel een slechte adem zijn, of ‘halitosis’, zoals de marketingmannen het noemden. Iedereen kon uit zijn mond stinken. En geen vriend of vriendin die je zou durven waarschuwen als je aan zoiets gênants leed.

De campagne ‘Often a bridesmaid but never a bride’ laat een ongelukkige jonge vrouw zien, dertig maar nog ongetrouwd. Hun verhaal ging ongeveer zo:

“Edna’s case was really a pathetic one. Like every woman, her primary ambition was to marry. Most of the girls of her set were married – or about to be. (…) She was often a bridesmaid but never a bride”

Megalomane marketing
De bedragen die Lambert aan marketing uitgaf voor Listerine waren ongekend voor die tijd. In 1922 was dat nog 100.000 dollar, zes jaar later was het marketingbudget gestegen tot 5 miljoen dollar. In ongeveer dezelfde periode steeg de omzet naar 8 miljoen dollar. De marketingcampagne werd door AdAge op nummer 48 gezet in de lijst van succesvolste advertenties ooit.

Eén op de drie Amerikaanse studenten spoelt zijn mond inmiddels dagelijks met mondwater. In Nederland is het goedje nooit zo goed aangeslagen als in de Verenigde Staten. Slechts de helft van de ondervraagde Nederlanders zei -in een door de industrie gesponsord onderzoek- ooit een mondspoeling te hebben gebruikt.
Bron: NRCQ, 15-07-2014

Steeds meer tanderosie door verkeerde voeding
04-11-2013

De mond is gemaakt om te eten, drinken, praten, lachen en zoenen. Discussie over voeding wordt vaak in verband gebracht met overgewicht, maar de invloed van voeding op het gebit wordt sterk onderschat. Iedereen weet dat te veel suikers desastreus zijn voor het gebit, maar zure voedingsmiddelen hebben minstens zo’n slecht effect. Het tast de glazuurlaag van het de tanden aan. Cijfers laten ook zien dat door alle zure voedingsmiddelen er een toename van tanderosie is.


Dit terwijl de afgelopen jaren cariës (gaatjes) sterk is teruggedrongen. De voorzitter van de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) Rob Barnasconi luidt daarom de noodklok: “Als we nu niets doen, zijn we terug bij af.”

Volgens hem spelen frisdranken en vruchtensappen een belangrijke rol bij tanderosie. Veel van deze dranken bevatten namelijk ‘verborgen zuren’; de toegevoegde suiker of zoetstof zorgt ervoor dat de hoge zuurdosis niet opvalt. Suiker, zoet- en smaakstoffen maskeren zuur namelijk.

Tips voor een gezond gebit

Naast kraakbeen is tandglazuur is het enige onderdeel van het lichaam dat niet geneest: verdwenen glazuur groeit nooit meer terug. Alleen met een pijnlijke restauratie kan een hagelwitte glimlach hersteld worden. Barnasconi: “Er zijn een aantal simpele tips waarmee je je mond gezond kunt houden en alle ellende kunt voorkomen.”
• Poets je tanden niet direct na het eten of drinken van zure dranken of voedingsmiddelen, maar wacht ongeveer één uur met poetsen. Poets twee maal per dag met een fluoride tandpasta om je tanden
sterker te maken. Het is daarbij aan te raden om een zachte tandenborstel en een laag slijtende (weinig abrasieve) tandpasta te gebruiken.
• Gebruik flossdraad, ragers of tandenstokers om ook tussen tanden en kiezen te reinigen.
• Beperk bij voorkeur het aantal eet- en drinkmomenten tot 7 per dag.
• Beperk het gebruik van zure dranken en drink zoveel mogelijk water, gewone thee of melk. Voeg indien mogelijk water toe aan de vruchtensappen om het zuur te verzwakken.
• Slik de drank bij voorkeur zo snel mogelijk door.
• Nuttig ’s nachts en voor het naar bed gaan geen zure consumpties.
• Stimuleer de aanmaak van speeksel door te kauwen op suikervrije kauwgom; speeksel heeft een neutraliserende werking.
Bron: Gezondheidsplein.nl, 01-11-2013

Dure aanvullende verzekering
7-10-13

Consumenten hebben de premies voor aanvullende tandartsverzekeringen de afgelopen vijf jaar met ruim twintig procent verhoogd zien worden, terwijl de vergoedingen voor deze verzekeringen in diezelfde periode met 13,6 procent zijn gedaald. Dit blijkt uit een intern onderzoek van VVAA, waarop De Telegraaf de hand heeft weten te leggen. De bevindingen van De Telegraaf worden door VVAA desgevraagd aan het Nt bevestigd. Volgens VVAA-woordvoerder Monique Wesly zal de eindrapportage van het VVAA-onderzoek tussen nu en twee weken openbaar worden. Dan zullen ook de overige resultaten uit het onderzoek bekend worden gemaakt. (KG)
BRON Nederlands Tandartsenblad


[Kop]Peuters drinken nog vooral zoete drankjes
12-06-2013

Peuters drinken vooral zoete drankjes en vrijwel geen water, terwijl ouders, verzorgers en professionals in de kinderopvang wel aangeven het drinken van water belangrijk te vinden. Peuters nemen dagelijks 2,3 glazen zoete drank, tegenover 1,1 glas water.

Dat blijkt uit een landelijke steekproef naar het drinkgedrag onder kinderen tussen de 0 en 4 jaar, in opdracht van JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht) en uitgevoerd door onderzoeksbureau Motivaction. Siroop en diksap zijn de meest gedronken zoethoudende dranken.

Er is geen sprake van onwil, maar van onwetendheid bij ouders en verzorgers, blijkt uit de steekproef. Bijna twee derde van de ouders en professionals in de kinderopvang zegt zich ervan bewust te zijn dat er meer dan vijf suikerklontjes in een glas frisdrank zitten.

Maar slechts een kwart van de ondervraagden weet dat een glas vruchtensap dezelfde hoeveelheid suiker bevat. Een minderheid van de ouders (40 procent) denkt dat peuters water lekker vinden. En van de professionals denkt 18 procent dat.

Dikmakers
''Jong geleerd, is oud gedaan’’, zegt Paul Rosenmöller, ambassadeur van JOGG. ''Het is belangrijk dat jonge kinderen leren water drinken. Water is overal beschikbaar in Nederland, een goede dorstlesser en bevat geen calorieën."

"Dat zoete dranken dikmakers zijn, is recent nog aangetoond. Kinderen die 1,5 jaar lang limonade met kunstmatige zoetstof drinken in plaats van suiker, blijken na 1,5 jaar een kilo minder in gewicht te zijn toegenomen dan degenen die limonade met suiker krijgen.”

Van de ouders en professionals vindt 80 procent het belangrijk dat kinderen tussen de 0 en 4 jaar wennen aan het drinken van water. Rosenmöller: ''JOGG heeft de ambitie om samen met de JOGG-gemeenten - nu 30 in Nederland - binnen nu en een half jaar de kinderdagverblijven volledig te laten overstappen op het aanbieden van water in plaats van zoete dranken.''

Bron: www.nu.nl, 12-06-2013

Gezondheidszorg in Nederland lijdt onder een ernstig gebrek aan afrekenmechanisme
11-06-2013

Halen de zorgverzekeraars de kranten met door consumenten gefinancierde superwinsten, dan is er wel weer een econoom die het begrip zorgfraude introduceert. En voilà, niet de verzekeraars maar de ziekenhuizen en hun artsen krijgen de zwarte piet toegeschoven. Gezondheidszorg is verworden tot een voetbalwedstrijd: zij die toekijken weten het beter dan de spelers.

De Nederlandse zorg — nog altijd de beste zorg in Europa — is hard op weg om binnen drie jaar de duurste en de slechtste te zijn. En wel om twee redenen: zorgverzekeraars hebben in ons land wettelijk absolute macht en beleidsmakers geloven dat zonder verdere overheidssturing zorg beter en goedkoper wordt. Maar geloof is in deze geen goede raadgever.

Het is een eenvoudig bedrijfskundig gegeven dat een doel nooit ofte nimmer zal worden bereikt als het niet wordt omgezet in concrete meetbare acties. Prestatie-indicatoren, waarop kan worden gestuurd en afgerekend. Het doel zal zeker niet worden bereikt in een systeem waarin diegene die afrekent, zelf geen verantwoording hoeft af te leggen.

In de zorg gaat jaarlijks € 90 mrd rond zonder dat concrete indicatoren voor goedkopere en betere zorg van toepassing zijn. Economen, adviseurs en overheid roepen dat zorg goedkoper kan, maar laten na hun hersenspinsels te vertalen in concrete indicatoren waarmee het gewenste verschil kan worden gemaakt.

Men vertrouwt op de zorgverzekeraars, die echter de processen op de vloer niet kennen. Hun business is verzekeren, niet genezen, en dat eerste doen ze goed getuige de geboekte winsten. Omdat er geen gelijk speelveld is en de zorgverzekeraar, als hoogste in de keten, niet wordt afgerekend op goedkopere en betere zorg is hun enige belang: de laagste prijs. Op deze manier wordt winst gemaakt. De burger blijft zitten met een kleiner basispakket tegen hogere kosten.

Zorg beter en goedkoper maken vergt inhoudelijke kennis en een belanghebbende zorgverlener. Ziekenhuizen en artsen hebben geen belang meer. Artsen zijn verworden tot uitvoerders en hun marge wordt legaal afgepakt door de zorgverzekeraars. Gedemotiveerde zorgverleners zetten geen tandje meer bij. Dat is geen kwestie van onwil, zo werkt het voor iedereen.

Betere en goedkopere zorg komt ook niet tot stand binnen een systeem dat leidt tot meer managers, instituten, waakhonden en wat dies meer zij. Juist de arts heeft de oplossing in handen. Zorgkosten zitten opgesloten in behandelprotocollen en werkprocessen. Als medisch specialisten niet verantwoordelijk worden gehouden voor scherpere, doelmatiger protocollen, wordt zorg nooit goedkoper of beter. En als zorgverzekeraars niet hun transactiekosten minimaliseren en ten minste een verplichting krijgen om het rendement op hun solvabiliteit voor een deel aan te wenden voor meetbaar betere en goedkopere zorg zullen burgers blijvend worden uitgekleed. Als ziekenhuisdirecteuren bovendien niet persoonlijk verantwoordelijk gehouden worden voor efficiencywinst en betere processen met minder managers blijven ziekenhuizen overheadkostenfabrieken.

Betere en goedkopere zorg hoeft niet ingewikkeld te zijn.

Als voorzitter van de Vereniging van vrijgevestigde medisch specialisten pleit ik al geruime tijd voor de invoering van concrete prestatie-indicatoren voor alle partijen. Daarbij mag er best een de leiding hebben, als er maar gelijkelijk wordt afgerekend voor betere en goedkopere zorg. En wie de verplichtingen niet nakomt, moet gewoon zijn rol ontnomen worden. Simpeler is een ‘business’ niet te runnen.

Mijn pleidooi heeft nog weinig opgeleverd. Het is aan de minister van Volksgezondheid om de leiding te nemen en alle partijen gelijkwaardige resultaatverplichtingen op te leggen. Gebeurt dit niet, dan is het gedaan met mijn zorg tegen de tijd dat ik die nodig heb.

Milco Linssen is oprichter en voorzitter van de Vereniging van vrijgevestigde medisch specialisten.

Bron: Het Financieele Dagblad, 11-06-2013


Ziekteverzekeraars boeken zeer forse winst
13-05-2013

De vier grote ziekte-kostenverzekeraars, Achmea, VGZ, Menzis en CZ, hebben vorig jaar 1,2 miljard netto winst behaald, bijna drie keer zoveel als in 2011. De concerns beheersen samen 90 procent van de markt en exploiteren twintig van de 26 verzekeringsmerken.

Als laatste van de vier grote maakte VGZ deze week haar resultaat bekend. Met 150 miljoen was de netto winst ruim zes keer zo hoog als het jaar ervoor. Dat betekent niet automatisch dat premies volgend jaar zullen dalen, waarschuwt de op een na grootste verzekeraar.

VGZ gaat daarmee in tegen de nadrukkelijke wens van de Tweede Kamer en de Consumentenbond om de extra winsten terug te geven aan de consument. De belangenvereniging voor medici en paramedici VvAA becijferde vorige maand dat de premie voor ziektekosten voor elke premiebetaler omlaag kan met maandelijks 15 euro.

Volgens VGZ moet het bedrijf rekening houden met hogere risico's, zoals die door de toekomstige overheveling van de zorg voor ouderen en chronisch zieken vanuit de (publiek gefinancierde )AWBZ naar de zorgverzekering. De verzekeraars zijn in de toekomst ook verplicht hogere reserves aan te houden, zegt een woordvoerder. 'Alles wat we daarna overhouden om in te zetten voor een premieverlaging, zal daarvoor worden gebruikt.'

Het steekspel tussen Tweede Kamer en verzekeraars draait vooral om de vraag hoeveel eigen vermogen de verzekeringsbedrijven nodig hebben. De solvabiliteit (eigen vermogen afgezet tegen de omzet) van VGZ was vorig jaar 160 procent van de minimumeis van De Nederlandsche Bank. Dat was al meer dan de algemeen als veilige beoordeelde grens van 150 procent. Andere verzekeraars zitten daar nog ruim boven, met CZ als koploper met 240 procent.

De woordvoerder van VGZ wees woensdag op de Europese Solvency II­richtlijn, het nieuwe toezichtregime voor verzekeraars in Europa. Die vereist vanaf 2016 een grotere hoeveelheid eigen kapitaal, maar hoe de regeling gaat uitpakken voor Nederlandse ziektekostenverzekeraars is onduidelijk. Zij verkeren in een relatieve luxepositie door een relatief vast klantenbestand en de gewoonte de premies jaarlijks aan te passen aan de uitgaven.

De verzekeraars hebben vorig jaar vooral geld verdiend door een 'scherpere inkoop' van zorgen door een sterk gedaalde prijs van medicijnen door het verlopen van octrooien. Alleen al aan goedkopere pillen waren de bedrijven 500 tot 750 miljoen euro minder geld kwijt.

De verzekeraars geven wel relatief veel geld uit aan het werven van nieuwe klanten. Volgens belangenvereniging VvAA kost elke overstapper 400 euro aan reclame en marketing, een bedrag dat gelijkstaat aan de winstmarge op twaalf klanten. Door een grote hoeveelheid merken in de markt te houden, zou bovendien de illusie van concurrentie in stand worden gehouden, die in de praktijk niet bestaat.

Klanten die al eens van zorgverzekeraar zijn veranderd, zijn steeds vaker van plan dat nog een keer te doen, blijkt uit de woensdag gepubliceerde cijfers van de KlantenMonitor Zorgverzekeringen, een jaarlijks terugkerend onderzoek onder verzekerden.

Ongeveer 30 procent van de klanten zegt zich komend najaar (opnieuw) te gaan oriënteren op een nieuwe verzekeraar. Slechts een klein deel daarvan doet dat echt: in 2011/2012 ging het om 6 procent en vorig jaar om 7,2 procent van de verzekerden.

Het enthousiasme van klanten over hun eigen zorgverzekeraar neemt gestadig af. Merken die hoog scoren op loyaliteit zijn veelal kleine en regionale labels met een onderscheidend karakter, waaronder ONVZ, PNOzorg en Pro Life. Grote merken als VGZ, Zilveren Kruis Achmea en Menzis staan onder aan de ranking van loyale klanten.

Bron: Volkskrant, 10-05-2013

Zorgverzekeraars oneerlijk en ontransparant
10-04-2013

Zorgverzekeraars maken forse winsten en presenteren eigen kosten ten onrechte als zorgkosten. Dit blijkt uit onderzoek naar zorgverzekeraars in opdracht van ledenorganisatie in de zorg VvAA.

Met name de vier grote verzekeraars Achmea, VGZ, CZ en Menzis, die 90 procent van de markt bedienen, hebben een hoog eigen vermogen en maken forse winsten. Dat blijkt uit het VvAA-onderzoek, meldt Zorgvisie. De totale gezamenlijke winst van de vier grote verzekeringsconcerns in 2011 is vastgesteld op 669 miljoen euro. Over 2012 zal de winst tenminste gelijk zijn aan dat bedrag.

Premies omlaag
Edwin Brugman, directeur kennismanagement van VvAA: 'Zorgverzekeraars komen nu naar buiten met de mededeling dat de premies omlaag kunnen omdat de winsten dit jaar zo hoog zijn. Dit was de afgelopen jaren ook al het geval, echter toen is aangegeven dat de premies omhoog zouden gaan vanwege stijging van de zorgkosten. Daarbij werd de bal doorgespeeld naar zorgverleners en zorginstellingen. De winsten en daarmee het eigen vermogen blijven echter zeer hoog. Nu wordt er aangegeven dat de premies dit jaar al over de hele linie zes euro zijn gedaald. Dit kost de zorgverzekeraars 65 miljoen euro. Daarbij vergeet men te vermelden dat het eigen risico met 140 euro is gestegen. Dit betekent dat zorgverzekeraars per saldo zo'n 1,5 miljard euro zouden kunnen besparen.'

Hogere zorgkosten
De meeste zorgverzekeraars presenteren volgens de onderzoekers hogere zorgkosten dan zij daadwerkelijk maken. Brugman: 'Dat komt omdat zij naast de kosten die zij aan zorginstellingen, zorgverleners en verzekerden betalen, ook administratiekosten toerekenen aan de zorgkosten. Dit blijkt uit een toelichting van De Nederlandse Bank (DNB) waarin zij meldt dat 'er zorgverzekeraars zijn die afhandelingskosten verantwoorden onder het kopje "schaden". Dit blijkt ook uit een korte toelichting in een van de jaarverslagen van de zorgverzekeraars.'

Reclamekosten
Een andere opvallende uitkomst is dat in de jaarverslagen van de vier grote verzekeraars reclamekosten worden opgegeven van in totaal 58 miljoen euro in 2011. 'Volgens de jaarstaten die de zorgverzekeraars inleverden bij DNB blijken andere getallen, die echter niet worden toegelicht. Daar wordt gesproken van in totaal 353 miljoen euro aan acquisitiekosten. Zowel uit de jaarstaten als uit de jaarverslagen blijkt verder niet wat onder die kosten wordt verstaan', aldus Brugman.

Lees hier het volledige rapport

Bron: Zorgvisie

Bron: ArtsenNet, 09-04-2013

terug


Invloed mondgezondheid op algehele gezondheid onderbelicht
21-03-2013

Het belang van een gezonde mond voor de gezondheid van mensen wordt sterk onderschat. De mond blijft onbenut als signaalfunctie voor de algehele gezondheid. Mensen krijgen aandoeningen die te voorkomen zijn en de zorgkosten lopen daardoor onnodig hoog op. Dit stelt Rob Barnasconi, voorzitter van de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT).


Het belang van een gezonde mond voor een gezond leven is tevens het thema van World Oral Health Day op woensdag 20 maart. In de mond worden veel aandoeningen als eerste zichtbaar, bijvoorbeeld in de vorm van pijnklachten, wondjes, ontstekingen of schimmel. Omgekeerd kunnen aandoeningen in de mond -via bacteriën die in de bloedbaan terechtkomen- allerlei ziektes veroorzaken zoals hart- en vaatziekten. Bij zwangere vrouwen kunnen tandvleesontstekingen vroeggeboorten veroorzaken. Doordat het belang van de mondgezondheid voor de algehele gezondheid wordt onderschat, zijn de kosten voor de samenleving onnodig hoog.

Ziektekosten
Het ziekteverzuim en de zorgkosten kunnen omlaag als aandoeningen worden voorkomen of vroegtijdig worden gesignaleerd. 'Hart- en vaatziekten komen veel voor en vormen doodsoorzaak nummer één onder vrouwen. Al wordt maar een paar procent van de hart- en vaatziekten voorkomen door een goede mondgezondheid, dan worden toch flinke besparingen gerealiseerd en wordt veel ellende voorkomen', aldus Barnasconi.

Signalen
Volgens Barnasconi moeten mensen zich meer bewust zijn van de invloed van een gezonde mond op hun algehele gezondheid. Hier ligt volgens Barnasconi een belangrijke rol voor tandartsen, mondhygiënisten en preventie assistenten. Zij zien vrijwel alle Nederlanders een of twee keer per jaar en kunnen mensen hierop wijzen. 'Natuurlijk hebben tandartsen, mondhygiënisten en preventie assistenten een scherp oog voor mogelijke signalen en helpen zij patiënten om hun mondgezondheid op een goed peil te houden.

Gezondheidsklachten
Daarnaast moeten mensen buiten het regulier tandartsbezoek om ook zelf hun mond goed verzorgen en in de gaten houden', aldus Barnasconi. 'Twee keer per dag minimaal twee minuten poetsen met fluoride tandpasta, in combinatie met het gebruik van bijvoorbeeld tandenstokers, ragers en flosdraad is van groot belang.' Daarnaast dragen tweejaarlijkse tandartsbezoeken, een gezond voedingspatroon en een gezonde leefstijl bij aan een betere (mond)gezondheid. Enkele voorbeelden van aandoeningen en gezondheidsklachten die in de mond kunnen vroegtijdig worden herkend zijn: reuma, keel-, maag- en darmproblemen, diabetes, stress en verlaagde weerstand.

Bron: Algemeen Dagblad, 20-03-2013


Oerdieet was goed voor het gebit
25-02-2013

De introductie van de landbouw, maar vooral de industriële revolutie, is rampzalig geweest voor het gebit. Nieuw archeologisch onderzoek laat zien dat de mondflora van jagers-verzamelaars 7.500 jaar geleden veel gezonder was dan die van moderne mensen. Doordat mensen steeds meer suikers zijn gaan eten is de bacteriepopulatie verschraald. Ziekmakende soorten gingen de boventoon voeren. Dat concluderen onderzoekers onder leiding van Alan Cooper van de University of Adelaide, Australië, in een opmerkelijk artikel dat begin deze week in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Genetics stond.

Cooper en zijn team van internationale DNA-onderzoekers en tandartsen slaagden erin terug te kijken tot in het Stenen Tijdperk. De bacteriën in de mond van de mensen die toen leefden, blijken gefossiliseerd in het tandsteen op hun tanden en kiezen. Omhuld door een dun laagje kalk is het DNA van deze bacteriën duizenden jaren na dato nog zodanig intact dat de onderzoekers met geavanceerde DNA-technieken precies konden zien welke soorten in het speeksel en de tandplak van onze verre voorouders zaten.

De menselijke mondflora onderging een eerste belangrijke verschuiving bij de overgang van een jager-verzamelaarcultuur naar een landbouwcultuur. Het oermenu van vis, vlees, bessen en planten werd geleidelijk vervangen door voeding op basis van granen, peulvruchten en zuivel. De introductie van ‘zachte koolhydraatrijke’ voeding leidde tot een toename van schadelijke bacteriën in de mond, schrijven de onderzoekers. In vergelijking met jager-verzamelaars hadden boeren in de late Steentijd en de Middeleeuwen vaker kwalijke bacteriën in hun mond. Het gaat om Porphyromonas gingivalis, en Tannerella- en Treponema-bacteriën die ernstige ontstekingen van tandvlees en kaakbot veroorzaken.

Onbehandeld leiden zulke ontstekingen vaak tot het verlies van kiezen en tanden. Het was archeologen al opgevallen dat de mensenresten die ze opgroeven uit de landbouwtijd slechtere gebitten hadden dan daarvoor. Nu lijkt de microbiologische oorzaak ervan gevonden te zijn.

Met de mondflora van de moderne Westerse mens is het nog treuriger gesteld, schrijven Cooper en zijn mensen die daarvoor zichzelf als proefkonijnen namen. In vergelijking met middeleeuwse boeren zijn er nog meer ontstekingsverwekkende bacteriën bijgekomen. Maar belangrijker nog is de grote toename van de bacterie Streptococcus mutans, die ‘gaatjes’ in tanden en kiezen veroorzaakt. Daar is maar één verklaring voor, schrijven de onderzoekers: onder invloed van de Industriële Revolutie die 200 jaar geleden op gang kwam is geraffineerd voedsel, riet- en bietsuiker beschikbaar gekomen. De enkele en dubbele suikers die daarin zitten zijn de voornaamste voedselbron voor de verzurende bacteriën in tandplak die het glazuur aantasten.
Daarnaast blijkt de diversiteit van de mondflora tegenwoordig een stuk minder groot dan in de middeleeuwen of in het Stenen Tijdperk. Potentieel gevaarlijk, schrijven de onderzoekers, want dat maakt de mond gevoeliger voor verstoringen en zorgt ervoor dat ziekmakende bacteriën makkelijker kunnen domineren.

Ernstige tandvlees- en kaakbeenontstekingen zijn vaker in verband gebracht met suikerziekte, reuma en hartziekte. Dat zou komen doordat de ziekteverwekkers uit de mond het lichaam in een voortdurende staat van ontsteking brengen. Vaak is het verband gelegd met de toename van deze ziekten in – pakweg – de laatste 50 jaar onder de algemene bevolking. Maar omdat nu blijkt dat die orale ziekteverwekkers al verschenen bij de introductie van de landbouw, en zijn gebleven, zijn die ontstekingen in de mond misschien niet de oorzaak van toegenomen welvaartsziekten, maar meer een factor die eraan bijdraagt.

Volgens hoogleraar experimentele preventieve tandheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam, Bob ten Cate, hoeft de moderne mens niet direct terug naar het voor de mond kennelijk gezonde dieet van jagers-verzamelaars uit het Stenen Tijdperk. „Met goed poetsen kom je al een heel eind”, zegt Ten Cate. „Vooral sinds de introductie van fluoride kunnen we tandbederf goed onder controle houden. Maar het succes daarvan vlakt wel af. Tegenwoordig snoepen we zo veel dat ook fluoride niet meer toereikend is.”

Bron: NRC Handelsblad, 22-02-2013

BELANGRIJKE INFORMATIE AANGAANDE VRIJE ARTSENKEUZE

In 2012 heeft minister Schippers van VWS voorgesteld om artikel 13 uit de Zorgverzekeringswet te schrappen. Dat stelt zorgverzekeraars in staat om zorg verleend door een niet gecontracteerde zorgaanbieder niet meer te vergoeden. Nu krijgt een patiënt daarvan nog driekwart vergoed.
Aanvullend
Het regeerakkoord voorziet in een maatregel die nog verder gaat. Het kabinet wil de restitutiepolis afschaffen zodat alleen de naturapolis blijft bestaan. De restitutiepolis biedt een verzekerde de mogelijkheid om naar een zorgaanbieder van zijn keuze te gaan. Heeft die geen contract met de zorgverzekeraar van de patiënt, dan vergoedt de verzekering driekwart van de kosten van de behandeling.
De naturapolis vergoedt alleen zorg geleverd door zorgaanbieders die een contract hebben met de zorgverzekeraar van de patiënt. Patiënten die naar een arts gaan waarmee hun verzekeraar geen contract heft moeten dat dan zelf betalen of zich daarvoor aanvullend verzekeren.
Tandartszorg
Naar mening van de zorgverleners in Nederland hebben de verzekeraars al veel te veel macht en dat wordt alleen maar meer. Zorgaanbieders kunnen alleen maar akkoord gaan met de aangeboden contracten, omdat ze anders helemaal geen contract krijgen.
De verzekeraars hebben nu maar met een klein aantal tandartsen een contract. Negentig procent van de tandartsen heeft geen contract. De mondzorg voor kinderen tot 18 jaar valt onder de basisverzekering, evenals de volledige prothese en de regeling bijzondere tandheelkunde. De rest van de tandartszorg valt onder de aanvullende verzekeringen.
Het kan dus gaan gebeuren dat zodra deze wetswijziging wordt aangenomen uw zorgverzekeraar gaat bepalen naar welke (tand-)arts of zorgverlener u moet gaan, en u daar zelf geen enkele inspraak kan hebben tenzij u de nota volledig zelf betaalt.
De zorgverleners in Nederland zijn tegen deze wetswijziging aangezien dit een basisrecht, namelijk vrije artsenkeuze, in ernstige mate aantast.
Indien u tegen nog meer macht voor de zorgverzekeraars bent (die daar m.i. nu al niet mee om kunnen gaan) adviseer ik u bezwaar te maken bij een politieke partij naar eigen keuze , en bij de minister zelf.

Vaker erectieproblemen bij tandvleesontsteking
04-12-2012

Mannen tussen de 30 en 40 die ontstoken tandvlees hebben als gevolg van een ernstige aandoening aan tandvlees of tanden, hebben drie keer meer kans op erectieproblemen. Dat blijkt uit onderzoek van de Inonu Univerversiteit in Malatya, Turkije. De resultaten worden gepubliceerd in het Journal of Sexual Medicine.

Studie
De onderzoekers vergeleken tachtig mannen tussen de 30 en 40 jaar met erectieproblemen met een controlegroep in dezelfde leeftijdscategorie zonder erectieproblemen. Meer dan de helft van de mannen met een erectieprobleem had ontstoken tandvlees, in de controlegroep was dit nog geen kwart. Na correctie voor verschillende factoren bleek dat mannen met tandvleesontstekingen 3,3 keer vaker erectieproblemen hadden dan mannen met gezond tandvlees.

'Erectiestoornissen vormen een groot gezondheidsprobleem dat de kwaliteit van leven van 150 miljoen mannen - en hun partners - beïnvloedt', vertelt hoofdonderzoeker Faith Oguz. 'Lichamelijke factoren zijn in zeker twee derde van de gevallen de oorzaak. Het gaat hierbij vooral om problemen met de bloedvaten.'

Hart en vaten
Oguz legt uit dat chronische tandvleesontstekingen (parodontitis) in verschillende onderzoeken al in verband zijn gebracht met aandoeningen aan het hart en de vaten. Op die manier kan er dus ook een verband zijn met erectieproblemen. 'Voor zover we weten worden erectiestoornissen en parodontitis worden veroorzaakt doorzelfde risicofactoren zoals ouder worden, roken, diabetes en hart- en vaatziekten.'

Om die reden keken de onderzoekers naar mannen zonder aandoeningen, die niet rookten en met een relatief lage leeftijd. 'Op die manier weten we dat deze factoren geen rol speelden en kunnen we concluderen dat er wel degelijk een verband is tussen erectieproblemen en tandvleesontstekingen. Artsen moeten hier dus op letten.'

Bron: Algemeen Dagblad, 04-12-2012

Geachte patiënt,
Het experiment met de vrije tarieven is beëindigd en dien ten gevolge stelt de NZA de tarieven vanaf 1.1.2013 weer vast.
Vandaag is bekend geworden dat de tarieven van 2011 (!) met 4,5% geïndexeerd worden.
Om u gerust te stellen wijs ik u er op dat ik bij de vaststelling van de tarieven voor 2012 uitgegaan ben van een indexering van 2% t.o.v. 2011.
De prijsstijging van 2012 naar 2013 is bij mij dus slechts 2,5%.
Hoogachtend

Uw tandarts

Geen zorgen over BPA in tandheelkunde
14-11-2012

Er zijn vooralsnog geen redenen tot zorgen over de aanwezigheid van Bisphenol A (BPA) in tandheelkundige producten. Dat zegt het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Meerdere tandartsen hebben een brief ontvangen waarin verontrustende resultaten van een onderzoek worden aangehaald.

Het ACTA ziet in het nieuwe onderzoek geen overtuigend bewijs om het eerder ingenomen standpunt uit 2010 te herzien. ACTA: "Op geen enkele wijze is aangetoond dat de in het genoemde onderzoek gevonden effecten door het vrijkomen van bisfenol A uit composieten is veroorzaakt. De fabrikant van het composiet stelt ook dat de stof bisfenol A niet in het materiaal voorkomt. In het artikel wordt gesproken van een ‘associatie’, hetgeen iets anders is dan een wetenschappelijk aangetoond oorzakelijk verband. De juiste conclusie van dit onderzoek is in het artikel ook vermeld en is dat er veel meer onderzoek nodig is om uit te vinden welke oorzaken aan de gevonden effecten ten grondslag liggen."

De American Dental Association ziet ook geen reden tot wijziging van hun standpunt.

Bron: NMT Kennis, Communicatie, Kwaliteit


Poets je tanden niet meer met plastic
24-09-2012

Plastic is waarschijnlijk niet het eerste waar je aan denkt als je je tanden staat te poetsen. Toch zitten in veel tandpasta's en scrubs tegenwoordig microplastics, minieme bolletjes plastic die de vorm, kleur en houdbaarheid van het product verbeteren. Een slechte zaak, vinden Stichting De Noordzee en de Plastic Soup Foundation. Zij voeren al maanden actie om fabrikanten van cosmeticaproducten over te halen microplastics in de ban te doen.

Microplastics hebben voor fabrikanten zeker voordelen, zegt Jeroen Dagevos van Stichting de Noordzee. "Ze zijn tien keer goedkoper dan na­tuurlijke ingrediënten, je kunt ze een kleurtje geven en in een specifieke vorm maken. Omdat je microplastics niet hoeft te ontsmetten, zijn ze ook makkelijker dan natuurlijke ingrediënten."

Maar die voordelen voor fabrikanten hebben nadelen voor mens en milieu, vult Maria Westerbos van de Plastic Soup Foundation aan. "Van tandpasta slik je altijd wel een beetje door, dus dan komen die minieme plastickorreltjes direct in je lijf. En als ze in de vorm van afgespoelde scrubjes in het riool belanden, gaan ze door de waterzuivering heen en komen ze in het oppervlaktewater, en dus in vissen. Vissen die uiteindelijk weer op ons bord belanden. Bovendien worden microplastics giftig als ze met water in aanraking komen. Recent onderzoek van het Instituut voor Milieuvraagstukken van de VU laat daar geen twijfel meer over bestaan. In tien tot twintig procent van de vissen in de

bruik van de minieme plastic ingrediënten een gevolg van de duur­zaamheidsdoelstelling van het bedrijf om de huismerken van Albert Heijn, Etos en Gall&Gall stap voor stap te vergroenen. Ze rept niet van de publiciteitscampagne. De invoering van producten zonder micro­plastics gaat in stapjes, legt ze uit. "We halen de huidige producten met microplastics niet uit de schappen, omdat we ze niet willen vernietigen. Voor de nieuwe producten bekijken we per geval welk natuurlijk alternatief het beste is om mee te scrubben. Abrikozepitten, gemalen kokosnoten of bijvoorbeeld walnootdoppen."

Over de termijn waarop Etos alleen nog plantaardige scrubs in de winkel heeft liggen, kan Aspeslagh nog niet zoveel zeggen. "Dat hangt af van de bestaande voorraden en de tijd die nodig is om goede alternatieven te vinden."

Hoewel Dagevos en Westerbos blij zijn dat een aantal fabrikanten de stap naar plasticvrije producten heeft gezet, wijzen ze ook naar de grote cosmeticabedrijven die zich niet laten aanspreken. "Een multi­national als L'Oréal heeft gezegd het probleem nog niet te zien, terwijl de microplastics zelfs in producten van The Body Shop zitten", zegt Dagevos. "Dat is wel frappant, als je bedenkt dat The Body Shop zich laat voorstaan op milieuvriendelijkheid."

Sommige bedrijven hebben simpelweg niets van zich laten horen, zegt Westerbos. "Kruidvat bijvoorbeeld, en concerns als Unilever en Procter and Gamble, die hebben niet gereageerd op onze brief."
Unilever laat via een e-mail blijken nog in de ontkennende fase te zijn. Het probleem van microplastics wordt volgens Unilever vooral veroorzaakt door grotere stukken plastic die in de oceaan uiteenvallen. En aangezien de producent van Andrélon, Dove, Axe en Zwitsal zegt relatief weinig producten te verkopen waar microplastics inzitten, ziet het geen noodzaak om ze te vervangen door natuurlijke ingrediënten. Misschien moet Unilever eens met Ahold gaan praten. Of nog beter: met de Plastic Soup Foundation.

Meer informatie over de campagne `Beat the micro bead' is te vinden op: http://plasticsoupfoundation.org/beat-the-micro-bead

Wortelkanaalbehandeling versus implantaat: kies bij twijfel voor uw eigen tanden
25-07-2012

De European Society of Endodontology [Europese Vereniging voor Endodontologie] raadt aan om de voor-en nadelen van beide behandelingen zorgvuldig te overwegen.
Eigen tanden of implantaten? Dat is de grote vraag. Elk jaar wordt duizenden patiënten gevraagd een keuze te maken tussen het redden van een tand met een wortelkanaalbehandeling, of de tand te verwijderen en te vervangen door een implantaat.

De Europese Vereniging voor Endodontologie (ESE) adviseert patiënten om de behandelingsopties zorgvuldig te overwegen en aan de gevolgen op de lange termijn te denken. Er is tegenwoordig een tendens om tanden te verwijderen die gered hadden kunnen worden met een wortelkanaalbehandeling, en deze te vervangen door een implantaat, geplaatst in het kaakbot. Hoewel het behouden of het trekken van tanden elk hun eigen voor- en nadelen hebben, is het duidelijk dat de prioriteit moet worden gegeven aan behandelingen waarbij de natuurlijke tanden worden behouden, en de noodzaak om een tand te vervangen door een prothese, een valse – of een kunsttand, wordt vermeden.

Helaas worden er elk jaar in heel Europa nog steeds vele miljoenen tanden verwijderd. In het merendeel van de gevallen had een wortelkanaalbehandeling de tanden kunnen redden. Het zou de bedoeling van een implantaat of een prothese moeten zijn om tanden te vervangen die reeds ontbreken. De vraag over implantaten en kunsttanden zou daarom niet moeten zijn: ‘eigen tand of implantaat’ maar ‘ontbrekende tand of een implantaat’?
Een hoogwaardige wortelkanaalbehandeling kan een tand behouden, aangenomen dat er sprake is van een goede mondhygiëne en een patiëntgerichte, professionele vervolgzorg. Hoewel implantaten een mogelijke oplossing zijn voor ontbrekende tanden, zijn ze niet beter dan de wortelkanaalvullingen die in natuurlijke tanden geplaatst worden. Implantaten hebben vaak zelfs meer vervolgonderhoud nodig en brengen extra kosten met zich mee om hun voortbestaan te verzekeren. Het is duidelijk dat de meeste patiënten liever hun eigen natuurlijk gebit behouden dan implantaten of andere vormen van kunsttanden krijgen.

Wortelkanaalbehandelingen en implantaten zijn allebei doorgaans pijnloos dankzij moderne technieken voor plaatselijke verdoving. Maar een tand die geëxtraheerd en vervangen wordt door een implantaat of gebitsprothese is onvermijdelijk duurder dan een wortelkanaalbehandeling gevolgd door een juiste restauratie van de natuurlijke tand. Bovendien laten natuurlijke tanden de patiënt efficiënt kauwen. Een tand functioneert na een geslaagde wortelkanaalbehandeling in feite net als elke andere tand met de voordelen van comfortabel kauwen en een natuurlijke uitstraling. Kauwen met een valse tand is daarentegen waarschijnlijk minder effectief en minder aangenaam.
Hoe effectief de moderne tandprothesen ook mogen zijn, er is geen kunstmatige tand die ooit volledig een natuurlijke tand kan vervangen.

Vanuit het perspectief van patiënten is het behoud van tanden eenvoudig en de moeite waard, en de bonus is dat gezonde en natuurlijke tanden voor de rest van hun leven worden gered. Helaas is er een trend om tanden die kunnen worden behouden onnodig te vervangen door implantaten. Tandartsen moeten ervoor zorgen dat patiënten de juiste informatie en adviezen krijgen zodat ze de best mogelijke tandheelkundige zorg ontvangen.

Bron: medicalfacts.nl, 24-07-2012

“Geven onjuiste informatie ondermijnt vertrouwen patiënt in tandarts”
Zorgverzekeraars hebben de premies voor tandartsverzekeringen fors verhoogd, terwijl het vrijgeven van de tandartstarieven daarvoor geen aanleiding gaf. Zorgverzekeraars hebben de tariefontwikkeling wel als motivatie voor de premieverhoging naar buiten gebracht. Dat stelt VvAA, ledenorganisatie en dienstverlener voor Nederlandse zorgprofessionals, na onafhankelijk onderzoek. Door de misleidende informatie wordt volgens VvAA het vertrouwen van patiënten in hun tandarts ondermijnd.
Zorgverzekeraars kondigden eind vorig jaar aan dat de premies voor aanvullende tandartsverzekeringen zouden stijgen als gevolg van het vrijgeven van de tandartstarieven per 1 januari van dit jaar. En de door verzekeraars op grond daarvan veronderstelde verhoging van die tarieven. Onderzoeksbureau Annalise onderzocht in opdracht van VvAA de ontwikkeling van de premies en dekkingen van aanvullende tandartsverzekeringen van de vijf grootste verzekeraars en vergeleek deze met de algemene gegevens over de gemiddelde tariefstijgingen in de mondzorg van de afgelopen jaren. Uit het onderzoek blijkt dat de premies voor de aanvullende tandartsverzekeringen tussen 2009 en 2012 met 20% zijn gestegen (gemiddeld 6,9% per jaar), terwijl de dekkingen niet zijn verhoogd en in veel gevallen zelfs zijn verlaagd. De tandartstarieven stegen in diezelfde periode met 4,2% (gemiddeld 1,4% per jaar) (bron: NZa).
Onjuiste informatie
“De premies voor aanvullende tandartsverzekeringen zijn de afgelopen jaren gestegen terwijl de uitkeringen voor mondzorg in de meeste gevallen zijn afgenomen”, zegt Edwin Brugman, directeur kennismanagement van VvAA. “Verzekeraars wekken de indruk bij patiënten dat de premies zijn gestegen als gevolg van hogere tarieven van tandartsen, terwijl dit laatste onjuist is zoals onafhankelijk onderzoek heeft aangetoond. Verzekeraars zetten verzekerden daarmee op het verkeerde been; de patiënt is de dupe want hij betaalt meer en krijgt minder. De tandarts krijgt de schuld van dit alles. Met als gevolg een onjuiste beeldvorming over tandartsen bij patiënten en gedoe daarover in de behandelkamer. Het is ongewenst dat zorgverzekeraars over de hoofden van zorgverleners onjuiste of gekleurde informatie aan patiënten verstrekken; dit ondermijnt naar de mening van VvAA de vertrouwensrelatie die patiënt en behandelaar juist met elkaar moeten hebben.”
Melkkoe
Het verhogen van de premies is volgens VvAA verklaarbaar. 70% van de verzekerden is verzekerd voor tandheelkundige hulp en hoewel de aanvullende zorgverzekeringen slechts 11% van de totale premie-omzet uitmaken, zijn de verzekeringen goed voor 73% van het resultaat van zorgverzekeraars. De marge die zorgverzekeraars maken op aanvullende zorgverzekeringen bedroeg in 2010 € 338 mln. Brugman: “Aanvullende verzekeringen zijn blijkbaar de melkkoe voor zorgverzekeraars. Door het verhogen van de premies en het verlagen van de dekking houden ze de marge in stand. Het is onterecht dat de zorgverzekeraars de tandartsen als oorzaak aanwijzen. De oorzaak zijn de zorgverzekeraars zelf, die blijkbaar de hoge marges erg belangrijk vinden.”
>>Bekijk onderzoekresultaten (pdf)
Bezoek ook onze themapagina
Bron WWW.vvaa.nl

wo, 09/05/2012 - 22:50 — Hilde Leenmans


Kinderen drinken fris alsof het water is
27-04-2012

Meer dan een halve liter frisdrank per dag gieten Nederlandse kinderen naar binnen. En daarmee zijn ze koploper van Europa. Dat blijkt uit een studie in zeven Europese landen naar overgewicht bij scholieren. „Cola blijft magisch.'

Cola, sinas, cassis - het maakt niet uit, als er maar prik in zit, lijkt het devies van schoolkinderen tussen de 10 en 12 jaar. Opvallend en verontrustend, vindt professor Johannes Brug van het VU Medisch Centrum, die het onderzoek in Nederland coordineerde. „De hoeveelheid suiker die kinderen hierdoor binnen krijgen is groot en onnodig. En dan heb ik het nog niet eens over de appelsap die daarbij nog wordt gedronken. Want ook dat is puur suikerwater?'

En het is niet alleen de suiker die een glaasje prik ongezond maakt, weet epidemioloog Brug. „Frisdranken zijn ook nog eens zuur. En dat tast je tanden aan. Dat geldt ook voor de light-varianten, waar geen suiker in zit:'
De Europese onderzoekers zijn verbaasd dat de dagelijkse frisdrankconsumptie bij Nederlandse scholieren (630 ml) zoveel verschilt van bijvoorbeeld Noorse (225 ml), Spaanse (103 ml) en Belgische (455 ml) leeftijdsgenoten. Tijd voor nader onderzoek door het VUmc. „We willen hier echt alles over weten", aldus professor Brug.

Volgens hem is een glas cola voor Nederlandse kinderen dagelijks beschikbaar, omdat het thuis gewoon in de koelkast staat. Klaar voor het grijpen. „Ouders in Nederland hebben maar weinig regels als het om frisdrank gaat:' In landen om ons heen is dat anders, zegt Brug. Daar geldt fris eerder als een extraatje op zondag of tijdens een feestje.

Ook Joyce van der Plas (40) uit Schijndel probeert regels te stellen voor zoon Luc van 7 en dochter Lotte van 2. Maar makkelijk is dat niet altijd. „Bij ons geldt dat de oudste in het weekeinde prik mag drinken. Maximaal twee glazen per dag.

En vrijdagavond bij het televisiekijken een glaasje 7-up?' In de vakanties is ze soepeler. En bij het uit eten mag Luc sowieso wat fris. Cola als het aan hem ligt. Want dat drankje blijft magisch.
„Het is moeilijker om streng te zijn voor Lotte," zegt Joyce over haar dochtertje. „Als haar broertje cola drinkt, is het zo moeilijk om het haar te weigeren. Oneerlijk voor je gevoel," zegt Van der Plas. En dus drinkt dochterlief op haar tweede al cola. Af en toe een glaasje. Voor de rest is het ranja wat de klok slaat.

Student Lennart van Nieuwenhuijzen (20) uit Rotterdam stond vroeger onder vriendjes bekend als `het jongetje waar ze geen frisdrank hadden'. „Hebben jullie ook cola, riepen ze dan. En dan moest ik ze teleurstellen:' herinnert Van Nieu­wenhuijsen zich. Nu is hij zijn ouders dankbaar. „Want het is gewoon ongezond?'

Volgens onderzoeker Brug zijn er in Noorwegen overheidscampagnes om te wijzen op de risico's van veel frisdrank drinken, terwijl op veel middelbare scholen in Nederland de blikjes en flesjes rechtstreeks uit de automaat te krijgen zijn.

Als het aan Brug ligt, moeten vooral ouders meer verantwoordelijkheid nemen, door fris niet steeds toe te staan. „Het verband tussen overgewicht en prik drinken is al vaker aangetoond?' Water blijft wat hem betreft het beste alternatief. Ranja, sap of heel soms fris zou de aanvulling moeten zijn.

Relativerend voegt Brug daar aan-toe dat het te dik zijn bij Nederlandse kinderen nog best meevalt. `Slechts' 22 procent van de scholieren tussen 10 en 12 jaar heeft last van overgewicht. Bijvoorbeeld in Griekenland is dat maar liefst de helft. Daar wordt weliswaar weinig prik gedronken, maar kijken kinderen het meest televisie per dag (123 minuten) en bewegen het minst.

Bron: Algemeen Dagblad, 28-04-2012


Copyright © 2005 Kaemmerer Tandartspraktijk, Halsteren, Alle rechten voorbehouden. Ontwikkeld door LFBR Interaction Design.